Home | De Groep | Wandelingen | De Midwinterhoorn | Foto's | Wedstrijden | Cursus | Links | Contact

 

De Midwinterhoorn, de fabricage en het ontstaan ervan.

Het ontstaan:
Het bespelen van het lange smalle blaasinstrument is met veel traditie omgeven. De blazers  slechts tussen de eerste adventszondag en driekoningen. Zo wil het reglement van de gekerstende midwinterhoornblazers. Niet langer worden de geesten verjaagd en de vruchtbaarheidsgeest aangeroepen, maar getuigen de klanken van de geboorte van het christuskind, aldus de traditie.
 
Naar de oorsprong van het blazen op de midwinterhoorn in de adventstijd kan men slechts gissen. Van een eventuele heidense oorsprong zijn in Nederland geen herinneringen of overblijfselen bewaard gebleven.
Op oude rotstekeningen in Kelleby, Denemarken, zijn mannetjes met hoornachtige instrumenten te zien. Waarschijnlijk werd de hoorn in deze donkere tijden gebruikt om contact met elkaar te houden en om boze geesten en wilde dieren te verdrijven.
 
Na de komst van het Christendom bleef de roep van de hoorn als gebruik bestaan. Er werd echter een andere inhoud aan gegeven: de aankondiging van de geboorte van het Christuskind. Het is waarschijnlijk dat deze traditie begonnen is met een laat-middeleeuwse kerstspelen waarin het Twentse (herder-) volk een actieve rol had. Hoe de traditie van het blazen op hoorns tot deze tijd standgehouden heeft is onbekend. In de 17e en 18e eeuw werd het instrument in een omvangrijke regio bespeeld. Van Markelo tot Cloppenburg en van Hümmeling tot Bocholt. Na 1800 schrompelde het gebruik ineen en leefde vooral in Twente verder. In de 18e eeuw is het midwinterhoornblazen een voornamelijk rooms-katholiek gebruik.
 
De houten hoorns zoals die heden ten dage worden gebruikt, duiken in Twente voor het eerst in de zeventiende eeuw op. Ze werden niet alleen gebruikt in de weken voor kerst, maar hadden ook de functie van alarmhoorn. Zo is bekend, dat in de achttiende eeuw de katholieke boeren van noord-oost Twente elkaar waarschuwden als de Drost in aantocht was. Deze reed in die tijd door de katholieke buurtschappen om daar rooms-katholieken te betrappen op het bijwonen van een verboden misviering. Het protestantisme was staatsgodsdienst. Via de midwinterhoorn waarschuwden de katholieken elkaar, zodat ze op tijd met de dienst konden stoppen. Kenners zien hierin de verklaring dat het bespelen van de midwinterhoorn voornamelijk door katholieken gebeurd.
Ook elders werd de hoorn gebruikt om te waarschuwen tegen ongewenste dienaren van de macht. In Kotten, een gehucht in de omgeving van de Achterhoekse plaats Winterswijk, werd de hoorn in het begin van de vorige eeuw gebruikt om bij het smokkelen te waarschuwen voor de douane-ambtenaar. Op papier is bewaard gebleven dat de ambtenaar al eens een hoorn kapot heeft geslagen.
 
 De traditie van het midwinterhoornblazen is in Twente op sterven na dood geweest. Maar gelukig is het gebruik in de vijftiger jaren in ere hersteld door wijlen Toon Borghuis uit Oldenzaal. De hoorns waarop tegenwoordig vooral wordt gespeeld zijn van hout. Uit het begin van deze eeuw dateert de blikken hoorn, een product van de Twentse dorpssmit. Deze instrumenten zijn de kenners echter een doorn in het 'oor'.
Het herstel van de traditie ging wel gepaard met enige problemen. Er waren twee groepen, die elkaar heftig de oudste eer en gewoonten bevochten. Er zijn namelijk boeren, die menen dat de ´oalde roop´, de enkele zeer summiere toon van de hoorn, de echte traditie vormt, die moet worden bewaard en gekoesterd. Anderen, de zogenaamde melodie-bloazers, weten uit de hoorns een wel zeventonige klank voort te brengen.
 
Rond 1970 waren er al weer meer dan 300 blazers die in de tijd tussen Sint Andries en de zondag na Driekoningen de mysterieuze klanken voortbrachten en de oude traditie is weer spring levend!
 
Geoefende spelers kunnen nu minstens vier tonen met het langwerpige instrument produceren. Sterspelers weten een reeks van zeven of acht tonen te blazen. De voortgebrachte melodieën liggen vast en er zijn twee gangbare loopjes. Veel spelers vinden dat het daarbij moet blijven; geen lang-zal-ie-leven op de widwinterhoorn dus.
Wat bij alle groepen in Twente die de midwinterhoorn koesteren, erg speelt, is dat de traditie niet moet worden overschaduwd door er een carnavalesk feest van te maken. Het moet een ingetogen gebeurtenis blijven, het is folklore, maar voortzetting van een gewichtige gebeurtenis.
 
Ook is het uit den boze voor de rechtgeaarde Twentenaar die de midwinterhoorn liefheeft, dat er meer dan één hoorn tegelijkertijd wordt geblazen. Dat druist in tegen de traditie, het geluid van de enkele hoorn moet doorklinken in het land, de boeren brachten elkaar immers op de hoogte van de langer wordende dagen en de komst van de Messias met de eenvoudige berichtgeving vanuit eigen boerderij.

Fabricage van de hoorn:
Een midwinterhoorn wordt veelal nog op ambachtelijke wijze gemaakt. Het handwerk werd vaak van vader op zoon overgeleverd. Er zijn tegenwoordig echter nog maar weinig mensen die een hoorn noch echt op ambachtelijke manier maken.

Ook al is de midwinterhoorn een primitief instrument, voor een ongeoefend knutselaar valt het nog helemaal niet mee om zonder verdere hulp van een specialist een dergelijk instrument te fabriceren.
Als grondstof wordt een natuurlijk gekromde ongeveer 15 centimeter dikke en ongeveer 1,5 meter lange stam van berken-, elzen- of wilgenhout gebruikt. Nadat de stam genoeg gedroogd is wordt deze met een kleine bijl bewerkt zodat er een mondstuk van zo'n 6 centimeter breed ontstaat. Het geheel wordt dan in twee helften gespleten, die op hun beurt weer 'gekuipt' worden. Dit wil zeggen dat
ze net zolang met gutsen uitgehold worden tot het hout overal ongeveer een centimeter dik is. De twee uitgeholde helften worden dan weer met behulp van houtlijm en wilgentakken aan elkaar bevestigd.

Deze wilgentakken dienen overigens meer voor de versiering van het geheel dan dat het de klank werkelijk ten goede komt.

Het mondstuk, de 'happe' wordt van hout van de vlierbes gemaakt.
Het van nature zachte binnengedeelte van het houtje wordt verwijderd. Dan moet er nog heel watvakmanschap aanwezig zijn om dit mondstuk precies passend op de gelijmde hoorn te krijgen.
In vroeger tijden bestonden er nog geen goede lijmsoorten en gebruikte men een andere methode om de twee helften weer luchtdicht te verbinden.
Hiertoe werden er tussen de twee delen biezen gelegd. Vervolgens werden er om de hoorn banden geslagen en werd de hoorn in de put, in het water gelegd. Hierdoor zuigen de biezen zich vol met water en is de hoorn luchtdicht. Deze hoorn heet wel de natte hoorn.

Omdat een hoorn doordrenkt met water nogal zwaar weegt, zie je vaak een midwinterhoornblazer bij een put afgebeeld staan. Dit is dus niet omdat het dan beter klinkt, maar omdat de blazer niet ver wilde lopen met het zware ding.

Klik hier om het geluid van een midwinterhoorn te beluisteren...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 










 


 

 

 

 

 

 

 


















                                                                                                                                                                                                                                                                                               website: Roderik Kolfoort